De Ondernemingsraad: “Visie en kernwaarden? Wij zitten er bovenop!”

De Ondernemingsraad (OR) van Meander blikt terug op een mooi jaar waarin veel is bereikt. Eén van de thema’s was het in gesprek gaan met thuishulpen in relatie tot de nieuwe functie van thuisondersteuner. Het ‘gewoon met elkaar in gesprek gaan’ smaakt duidelijk naar meer. “Wat er leeft op de werkvloer? Dat horen we graag van de medewerkers zelf!”

De OR heeft zich in 2024 ingezet voor de invoering van de nieuwe functie ‘thuisondersteuner’. In deze functie krijgen mantelzorgondersteuners een hogere beloning, maar ook aangepaste werktijden inclusief avonden en weekenden. Omdat de OR zich zorgen maakte over de impact hiervan op medewerkers, werd gekozen voor een persoonlijke aanpak. In plaats van alleen brieven of telefoontjes, werden samen met de directie bijeenkomsten georganiseerd. “Tijdens deze avonden kregen medewerkers ruimte om vragen te stellen en hun mening te delen” vertelt OR-voorzitter Petra Loeff. “Dat leidde tot een positieve en open sfeer waarin iedere medewerker kon aangeven wat hij of zij wilde. In de eigen functie blijven of kiezen voor de nieuwe rol. Deze bijeenkomst is samen met de verantwoordelijke directeur gedaan en die samenwerking is heel fijn verlopen. Deze methode willen we in de toekomst dan ook vaker toepassen.” Petra geeft aan dat ze merkt dat de muren tussen OR en directie steeds meer afbrokkelen. “Een hele positieve ontwikkeling! Of het nu gaat om thuiszorg of zorg vanuit de clusters Wonen met Zorg: directeuren weten ons steeds vaker te vinden en andersom werkt het net zo. We zijn continu met elkaar in verbinding. En die verbinding willen we in 2025 verder uitdiepen, ook door met medewerkers het gesprek aan te blijven gaan. Het geijkte beeld dat wij als OR wat op kantoor bedenken en de Raad van Bestuur moet er iets van vinden, klopt beslist niet meer.”

Manon van Gerwen, vice-voorzitter van de OR, vult aan: “Bij nieuwe projecten of ideeën worden wij gelijk meegenomen. Neem een thema als het rookbeleid, dat liep als een rode draad door het afgelopen jaar. Het was en is een moeilijk thema. De overheid bepaalt iets, geeft kaders mee, maar verder is het vrij abstract. Daar komt veel bij kijken.” Petra knikt. “Ons advies was: pas het eerst toe op kantoor, daar waar dus geen bewoners wonen. En doe dat niet voorzichtig, maar trek die pleister er in één keer af. De wet is duidelijk en het moet immers toch gebeuren. De Raad van Bestuur heeft ons advies hierin opgevolgd. In 2025 wordt dit verder aangepast. Bij de vervolgstappen op de Wonen met Zorg-locaties komen veel ethische kwesties naar voren. Wat als een bewoner dementie heeft, of terminaal ziek is? Kun je hem of haar het rokenverbieden? Daar moet je zorgvuldig over nadenken. Tegelijk raakt het ook thema’s als vitaliteit en duurzame inzetbaarheid als het gaat om de medewerkers.”

Een derde belangrijk thema waar de OR veel tijd in heeft gestoken is de HR-strategie. “Een prachtige strategie met dito kernwaarden, maar het moet wel worden geborgd” waarschuwt Petra Loeff. “We blijven dit traject met veel zorg volgen. Elke maand worden we bijgepraat over de HR-strategie zodat we de vinger aan de pols blijven houden. Door hierin samen op te trekken zorgen we dat het kaarsje niet uitgaat.”
Petra Loeff vergelijkt Meander vaak met een glijbaan. “We rennen en rennen om er bovenop te komen. En als we daar zijn, staan we te juichen. We glijden omlaag en blijven vaak halverwege ergens steken. Dat krijgen we ook van medewerkers mee: we zijn verander-moe hoor je dan. Als OR willen we er daarom bovenop zitten. Oppakken en dóórpakken. Ik gun het aan Meander dat we elkaar meer en meer gaan vinden.”
In 2025 wil de OR ook de overlegstructuur van de Medezeggenschap op Maat (MoM) anders gaan inrichten. De eerste stappen zijn al gezet. Manon: “We hebben een start gemaakt met het samenvoegen van de drie MoM-overleggen vanuit de clusters Wonen met Zorg. We lopen in de praktijk allemaal tegen hetzelfde aan en op deze manier kun je verder ontschotten. Ook geeft het een kans om bij elkaar in de keuken te kijken. Dat zal ons allemaal maar versterken.”